|
Groep Koerdische vluchtelingen uitgezet met KLM, waarvan enkele niet meer in leven zijn
Samenvatting
In de maanden april, mei en juni van 1999 zet de KLM in ieder geval vijf Koerdische vluchtelingen uit naar Turkije, het land dat zij als dienstweigeraars waren ontvlucht om niet gedwongen te worden tegen hun eigen volk ingezet te worden. Van de groep van in totaal 18 Koerden waar het hier om gaat is sinds hun uitzetting vrijwel niets meer vernomen. Duidelijk is dat van de vijf die er door de KLM zijn uitgezet er één is vermoord door het Turkse leger. Van vier anderen staat vast dat zij na hun uitzetting in Turkije zijn gemarteld.
Het langere verhaal en een speciale brief van KLM erover
De Tilburgse acht en KLM
In Vrij Nederland van 21 augustus verschijnt een artikel over De Tilburgse Acht. Het gaat over een aantal Koerdische jongemannen die uit Turkije zijn gevlucht in een poging hun dienstplicht te ontlopen. Hieronder een overzicht van de gebeurtenissen sinds hun aankomst in Nederland, deels gebaseerd op de publicatie in Vrij Nederland.
Op woensdag 28 oktober 1998 wordt op het parkeerterrein van P&O; North Sea Ferries in de Rotterdamse haven door douaniers een Mercedes-bus met Duits kenteken aangehouden. In de laadruimte van de bus blijken zich 18 mannen te bevinden die op weg zijn naar Engeland. De achttien worden direct afgevoerd naar het hoofdbureau van politie in Rotterdam. Het blijkt om een groep Koerdische vluchtelingen te gaan. Tien van hen worden nog dezelfde dag uitgezet. Van hen is sindsdien niets meer vernomen. De andere acht vragen tijdens hun verhoor op het politiebureau asiel aan en worden overgebracht naar de vreemdelingengevangenis Willem II in Tilburg. Voor twee van hen komt het kort geding tegen de afwijzing van hun asielaanvraag op tijd: zij mogen voorlopig in Nederland blijven. Van de overige zes worden er twee op 28 april gedeporteerd; één van hen, Suleyman Aksoy, wordt enkele maanden na zijn uitzetting vermoord teruggevonden. Zelfmoord, zegt het Turkse leger. Vermoord, zeggen vrienden die het lichaam van Aksoy hebben gezien en de sporen van geweld er op. Twee anderen worden uitgezet op 6 mei, één op 10 mei, en één op 23 juni.
Volgens de advokate van de acht Koerden staat vast dat er één is vermoord en in ieder geval vier zijn gemarteld. Van de hele groep van achttien is uiteindelijk van elf niets meer vernomen.
Uit onderzoek blijkt verder dat de van vijf Koerden waar nog wel wat van vernomen is, de KLM verantwoordelijk is geweest voor hun uitzetting. Dit blijkt uit een internal memo, door de afdeling Security Services van het bedrijf als confidential betitelt. Het Autonoom Centrum krijgt deze memo wanneer het bij de KLM schriftelijk navraag doet over uitzetting op de eerder genoemde data. Daarbij noemt het AC de naam van Aksoy, aangezien het voor hem helaas niet meer uitmaakt bij naam bekend te zijn. Andere namen worden in de briwef niet genoemd. In reactie op de vraag van het AC schrijft Teun Platenkamp, als hoofd Security Services binnen de KLM verantwoordelijk voor uitzettingen, in een fax dat uitzettingen geen zaak van de KLM zijn. Ook zou het bedrijf niet weten door welke instantie passagiers geboekt worden, omdat de KLM haar boekingen niet meer zelf doet. En al wordt in enkele gevallen duidelijk dat er uitgezet wordt omdat er marechausseeers meereizen, Platenkamp zegt tegelijkertijd dat bemanningen niet merken dat er uitzettingen zijn, omdat de uitzettingen in burger worden gedaan. Tot slot deelt Platenkamp mede dat de passagierslijst onder de Wet Persoons Registratie valt en over personen op die lijst zonder toestemming van de betreffende passagiers geen mededelingen worden gedaan. Nadat de fax het antwoord van Platenkamp heeft uitgespuwd, volgt tot verbazing van het AC echter meer; onder andere de eerder genoemde interne memo. De memo begint met een soort instructie aan Platenkamp: naar aanleiding van de vraag of KLM betrokken was bij de uitzetting dient aangemerkt te worden dat KLM niet uitzet maar slechts op verzoek van de Nederlandse Overheid het vervoer naar Istanbul op zich heeft genomen. Vervolgens volgt een lijst met 13 namen van mensen die op de betreffende data zijn uitgezet, waaronder Aksoy en de vier gemartelden. De andere acht zijn onbekend bij de advokate van de Koerden. De lijst bevat de data van dit Depa/Depu vervoer en de hoeveelheid escorts: begeleidende leden van de marechaussee.
|