contacht usga terugnaar de homepagina

Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 19 637 en 24 440, nr. 145. 2 Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 19 637, nr. 179.



BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE, DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal


's-Gravenhage, 12 juli 1996


1. Inleiding

Hierbij informeren wij uw Kamer over de voortgang bij de uitvoering van het Stappenplan Asielbeleid 1 in het tweede kwartaal van 1996. Deze rapportage is een vervolg op de rapportage over het eerste kwartaal van 1996, die op 18 april jl. naar uw Kamer is gezonden.2 In deze brief noemen wij de belangrijkste ontwikkelingen. Meer gedetailleerde informatie vindt u in de bijlagen.

In het afgelopen kwartaal is met uw Kamer van gedachten gewisseld over het vreemdelingenbeleid, naar aanleiding van de statusnotitie en het beleidsdocument. Een groot aantal (schriftelijke) vragen van leden van uw Kamer met betrekking tot de mogelijke invoering van hoger beroep in vreemdelingenzaken, zijn beantwoord door de Minister en de Staatssecre-taris van Justitie. Uw Kamer heeft ingestemd met een voorstel tot verhoging van de strafmaat voor mensensmokkel. Ten aanzien van het voorstel voor de zgn. Koppelingswet is onlangs een Nota naar aanleiding van het verslag en een Nota van wijziging naar uw Kamer gestuurd. Het voorstel voor kleinschalige reparatiewetgeving met betrekking tot de Vreemdelingenwet (Leemtewet) is inmiddels voor advies naar de Raad van State gezonden. In dezelfde periode is door alle betrokkenen met grote inzet gewerkt aan het inlopen van de achterstanden en aan andere onderdelen van het Stappenplan. Deze inspanningen leiden er toe, dat de beoogde voortgang in het algemeen is gerealiseerd. Een aantal onder-werpen, zoals het terugkeerbeleid, behoeft bijzondere aandacht.



2. Terugkeer

Justitie, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking werken samen aan het ontwikkelen van een gei¨ntegreerde aanpak van de terugkeerproblematiek, zoals uiteengezet in de brief aan de Kamer van 23 februari 1996 van de Staatssecretaris van Justitie. Bij het algemeen overleg over de eerste kwartaalrapportage is gevraagd om een beeld te geven van de landsgewijze uitwerking van dit beleid. Hierover is gerap-porteerd per brief van 9 mei jl., dus naar de stand van ongeveer halverwege het afgelopen kwartaal, van de Staatssecretaris van Justitie mede namens de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Voorts vond op 20 juni jl. overleg met de Kamer plaats over ondervonden problemen bij de uitvoering van het terugkeerbeleid ten aanzien van Somalie¨ .

Zo als uit de aangehaalde informatie duidelijk zal zijn en overeen-komstig de verwachting, is het op de rails zetten van het gei¨ntegreerde beleid een gecompliceerde en weerbarstige aangelegenheid. De inspan-ningen blijven gericht op het invullen van de verschillende componenten van het gei¨ntegreerde beleid voor een beperkt aantal (Afrikaanse) landen. Onderhandelingen met autoriteiten en landen van herkomst zijn per definitie niet eenzijdig door Nederland beheersbaar.

Bij de IND bestaat voorts het voornemen om de effectiviteit en de efficiency in de verwijderingsprocedure verder te verhogen. Dit kan worden bereikt door concentratie van een aantal bij verwijdering betrokken diensten, zoals rechterlijke macht, Koninklijke Marechaussee, vreemdelingendiensten, IND en rechtshulp en de daarbij behorende werkzaamheden op lokaties waar vreemdelingen in bewaring zijn gesteld.

...........

BIJLAGE

BUITENLANDSE ZAKEN

Aanpak ilegale immigratie

Tijdens het debat met de vaste kamercommissie voor Justitie en voor Buitenlandse Zaken op 25 april jl. is door Staatssecretaris Patijn toegezegd de leden van de Kamer in het kader van de tweede kwartaalrapportage nader te informeren over het opleidingstraject op «consulair» gebied.

Al sinds jaar en dag wordt in het kader van interne opleidingen aandacht geschonken aan aspecten met betrekking tot personenverkeer. Zoals reeds bekend mag worden verondersteld bestaan de reguliere opleidingen op consulair gebied uit een cursus voor medewerkers die voor het eerst naar een post worden uitgezonden en meer uitgebreidere modules voor «ervaren» medewerkers op het gebied van consulaire taken respectievelijk personenverkeer. Deze cursussen worden normaal gesproken gegeven bij gelegenheid van overplaatsing. Daarnaast worden voorafgaand aan hun plaatsing (plv.) chefs de poste gei¨nformeerd over de hoofdaspecten van dit werkterrein. Voor de meest in aanmerking komende posten worden deze ook in hun taakomschrijving vastgelegd.

Nu de problematiek rond illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit meer en meer in de belangstelling is komen te staan en de bestrijding ervan op een aantal terreinen meer specifieke kennis en vaardigheden vereist, is besloten een aparte module te ontwikkelen. Deze module wordt voor het eerst gegeven in de eerste helft van augustus.

De doelgroep voor de module «personenverkeer, visumverlening en documentfraude» bestaat uit medewerkers op de posten die zijn belast met werkzaamheden op het gebied van vreemdelingenverkeer in landen waar zich ten aanzien van dat vreemdelingenverkeer problemen (kunnen) voordoen.

De doelstelling van de module is erop gericht de medewerkers uit te rusten met die kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om een bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen van illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit. Meer specifiek betreft het de volgende taakvelden: – de regelgeving en procedures voor visumverlening; – de regelgeving en procedures met betrekking tot legalisatie en verificatie van documenten; – herkenning van valse respectievelijk vervalste documenten met behulp van de op de posten beschikbare hulpmiddelen; – analyse en verzameling van relevante informatie over illegaal vreemdelingenverkeer, waaronder netwerken, mensen, organisaties, methoden en routes; – het opbouwen van contacten met plaatselijke autoriteiten, vertegen-woordigers van derde landen en luchtvaartmaatschappijen; – doelgerichte interviewtechnieken.

Tevens zullen de deelnemers inzicht hebben verkregen in relevante onderdelen van de regelgeving en procedures met betrekking tot het vreemdelingenrecht alsmede de werkwijze van de IND, zodat zij de IND van de benodigde informatie kunnen voorzien en zo mogelijk overbodig werk voor de IND kunnen voorkomen. De module wordt uitgevoerd als vijfdaagse cursus waarin alle bovengenoemde aspecten aan de orde komen. De module wordt gegeven door docenten van onder meer Buitenlandse Zaken, Justitie, IND, CRI, KMar en KLM.

Tenslotte kan worden vermeld dat op korte termijn vooralsnog 63 posten worden uitgerust met retro-check apparatuur. Het betreft posten die regelmatig met enige vorm van documentenfraude worden gecon-fronteerd. De apparatuur is compact, eenvoudig te bedienen en speciaal ontworpen voor het op echtheid controleren van onder meer identiteits-documenten en is standaard uitgerust met doorzichtlicht, scheerlicht, retroreflectie en UV-functies voor het controleren van respectievelijk watermerken, droogstempels en plaatdruk, 3M folie en fluorescentie kenmerken.

volgendenaar boven